Zelfregulatie klinkt als iets dat je alleen moet doen. Alsof het een individuele vaardigheid is, ergens tussen meditatie en discipline in. Maar de grap is: je kunt jezelf pas reguleren bij anderen. Pas als je lijf opspeelt, je stem overslaat, je brein op slot schiet of je iets roept dat je moeder vroeger ook al zei – dán heb je wat te reguleren. Niet in je eentje op een kussen, maar in die vergadering, dat gesprek, dat ongemakkelijke moment met je collega.
In het artikel Mijn naam is Paula en ik ben lid van de authority issue group schrijf ik over hoe autoriteitskwesties zich niet oplossen door er zelf eindeloos over na te denken, maar door ze samen uit te houden en uit te spreken. Zelfregulatie werkt precies zo. Het is relationeel. Je kunt pas leren wat jouw automatische reacties zijn als je ze bij een ander tegenkomt.
Wie ben ik bij jou?
Zelfregulatie begint bij waarnemen. Wat gebeurt er in mij, nu? Wat wil ik zeggen, wat wil ik vermijden, wat voel ik in mijn lijf? Maar dat waarnemen heeft zelden zin in abstractie. Je leert het niet op een rustige zondagmiddag, maar wanneer je wordt getriggerd – geraakt in een oude pijn, een vast patroon, een reflex. En dat gebeurt (verrassing) meestal in contact met anderen. Je partner. Je leidinggevende. Je team.
Je gedrag is niet alleen maar persoonlijk, het is ook van de groep
In trainingen over leiderschap en communicatie klinkt vaak: “Je moet leren je eigen emoties te reguleren.” Maar dat klinkt makkelijker dan het is. Want je ‘eigen’ emoties zijn helemaal niet zo eigen. Ze zijn gevormd in relaties en dus onderdeel van de groepsdynamiek. Emoties, gedachten en ongemak worden getriggerd in relaties. En ze kunnen alleen gekend en gereguleerd worden in relaties. En ja, er zijn trainingen waarin je dat kunt leren. Wat je dan doet is niet samen in een groep een taak volbrengen, maar enkel het proces ondergaan van groepsdynamiek en ervaren wat je belemmert en helpt. Dat noemen we T-groepen. Een T-groep (trainingsgroep) is een groepsbijeenkomst waarbij de deelnemers leren over hun eigen interactie met anderen en over groepsdynamica.
Relationele vaardigheden
Zelfregulatie is dus een relationele vaardigheid. Dat maakt het meteen ook spannend. Want in plaats van jezelf ‘in de hand houden’, betekent het: jezelf tegenkomen in contact. Niet afweren, maar afstemmen. Niet verdoven, maar vertragen. En dat kan alleen als je de ander toelaat als spiegel. Niet als schuldige (“jij triggert mij!”), maar als uitnodiging tot bewustzijn.
Terugtrekken als patroon
In een team bijvoorbeeld merkte iemand dat ze telkens wegviel als er dominante stemmen aan tafel zaten. Deze gewoonte noemde ze zelf ‘de schildpad’. Ze dacht dat ze introvert was. Tot ze ontdekte dat haar lijf reageerde op een oude ervaring van niet gehoord worden. Zelfregulatie betekende voor haar niet ‘meer zeggen’, maar voelen wat ze onderdrukte. En dat oefenen – met anderen erbij.
Zelf, maar niet alleen
Zelfregulatie is geen solo-performance, maar een duet. Of soms een koor. Je leert het in de spiegel van de ander, in de rimpeling van het contact, in het samen haperen. Het is de kunst om jezelf te voelen, zonder de ander kwijt te raken. En om de ander te zien, zonder jezelf te verliezen.