Brede welvaart – anders kijken naar groei en geluk

In het zuidoosten van Drenthe komen relatief veel welvaartsziekten voor zoals obesitas en hart-en vaatziekten. Maar op de vraag ‘ben je recent nog trots geweest?’ antwoordden meer mensen uit die regio positief dan uit andere regio’s (Lifelines).

De Friezen scoren niet hoog op rijkdom, maar wel hoog op geluk.

Wat maakt dan dat een regio wel vaart?

Als je met een holistische of systeembril naar het leven van je buurvrouw, opa of collega kijkt, dan kun je al snel verzinnen dat het inkomen als graadmeter (zoals bruto nationaal product voor een land) voor welvaart niet zo veelzeggend is.

Economische waarden kunnen niet kunnen vertellen hoe het leven ervaren wordt. Daarom wordt er vanuit de overheid meer gestuurd op brede welvaart.

Brede welvaart gaat over alles wat het leven de moeite waard maakt. Ook voor de planeet, volgende generaties en mensen elders in de wereld. 

Klinkt de definitie van brede welvaart je vaag in de oren?

Brede welvaart is een abstract concept, dat nog niet strak gedefinieerd is.

Als je het kleiner maakt, kun je het vergelijken met een gesprekje tussen twee mensen over hoe het gaat. Hoeveel geld er op de bankrekening van je gesprekspartner staat is niet een goede indicator voor geluk. Als je verder praat kun je ontdekken hoe het met de gezondheid is, hoezeer de ander geniet van zijn of haar woonomgeving, of diegene lokaal boodschappen doet, vrijwilligerswerk doet etc. En als je dan nog verder kijkt, bijvoorbeeld naar andere gezinsleden of buurtbewoners, dan ontdek je of de keuzes die je gesprekspartner invloed hebben op anderen. Als je nog verder kijkt, kun je ook zien welke invloed iemand heeft op mensen of het milieu elders in de wereld (bijvoorbeeld door hoe kleding of een telefoon worden gefabriceerd).

In zo’n gesprek kun je nieuwsgierig zijn zonder te oordelen. Je krijgt een completer beeld van wat het leven de moeite waard maakt.

Statistieken voor welvaart

Wat het leven de moeite waard maakt is natuurlijk aan verandering onderhevig. Het CBS heeft maar liefst 42 indicatoren gevonden, die sinds een paar jaar bij worden gehouden in een regionale monitor.

Daarbij wordt er naar drie dimensies gekeken:
1. hier en nu betreft de persoonlijke kenmerken van mensen en de kwaliteit van de omgeving waarin zij leven.
2. later betreft de hulpbronnen die volgende generaties nodig hebben om een zelfde niveau van welvaart te kunnen bereiken als de huidige generatie.
3. elders betreft de effecten van de keuzes binnen een regio op banen, inkomens, (niet-hernieuwbare) hulpbronnen en het milieu in andere regio’s en andere landen.

Door zo breed te kijken, kun je geïnformeerde beslissingen maken. Beslissingen waarin je meeweegt wat de consequenties zijn. Zo kan het heel goed zijn dat een beleidsbeslissing waardoor het leven ‘hier en nu’ meer de moeite waard is, ten koste gaat van het leven ‘later’. Dat noemen we afruilen en dat betekent over en weer van iets afzien. Je kunt dus eigenlijk nooit naar één enkele indicator kijken, of naar één groep of individu. Er is altijd een groter systeem, waar de consequenties merkbaar zijn.

Een strategie voor de regio, gericht op brede welvaart

Noord-Nederland heeft de Research en Innovatiestrategie (RIS3) voor slimme specialisatie geformuleerd. Daarin is brede welvaart een speerpunt. Want door middel van specialisaties en innovatie binnen vier transities kan brede welvaart gestimuleerd worden.


Die 4 transities – geformuleerd door Samenwerkingsverband Noord-Nederland – zijn
:
1. van een lineaire naar een circulaire economie
2. van fossiele naar hernieuwbare energie
3. van zorg naar (positieve) gezondheid
4. van analoog naar digitaal

brede welvaart ris3

Brede welvaart binnen organisaties?

Voor organisaties is het – net als voor samenlevingen – de norm om te kijken naar kapitaal en de groei daarvan. Dat is makkelijk meetbaar door cijfers in de boekhouding.

Er is geen aandacht voor in hoeverre de mensen in de organisatie het leven (en daarmee hun werk) de moeite waard vinden. Of hoe de impact van het werken in de organisatie wordt meegenomen naar andere contexten zoals het gezin en de buurt waarin de medewerkers actief zijn. Of de derde dimensie ‘elders’. Dat vraagt meer gesprekken en kwalitatieve indicatoren.

Nu ben ik nieuwsgierig.
Zijn er organisaties, die een jaarverslag maken op basis van brede welvaartsindicatoren zoals bijvoorbeeld: tevredenheid met het leven, afstand tot openbaar groen, tevredenheid met reistijd van en naar het werk, levensverwachting, overgewicht, sociale cohesie, vertrouwen in anderen, etc?

Als je voorbeelden kent, hoor ik het graag!

Ook interessant: Bruto Nationaal Geluk op Wikipedia

brede welvaart ris3

innovatie projectmanagement

Innovatie? Put the money where your mouth is

Afgelopen week was ik in Stockholm. Na wat rondzwervingen stapte ik het Vasa-museum binnen. In de hal staat de Vasa. Een enorm schip, dat uitvoer in 1628, maar nooit de haven goed en wel uitkwam. Na 1,3 kilometer zonk het. Toen de koning het ontwerp voor het schip zag, beviel hij dat het groter moest met nog twee verdiepingen erboven op. De ingenieurs riepen direct dat dat technisch helemaal niet kon, maar de koning was koning.

Dit gebeurt nog dagelijks.

Zo was daar laatst het bedrijf dat een fantastisch nieuw product had ontwikkeld. Het product was precies het antwoord op een probleem voor telers in de tuinbouw.
De machine zag er geweldig uit en stond te prijken in de centrale hal van het enorme kantoor van dit innovatieve bedrijf. De verkoop ging gesmeerd. Maar toen bleek opeens dat de machine nog niet getest was: de machine had nog nooit in een kas gestaan.

Deze fout werd gemaakt bij een gerenommeerd bedrijf waar intelligente mensen werken. En die mensen heb je ook nodig om innovatie van de grond te krijgen. Deze case is een klassiek voorbeeld van projectmanagement gone wrong. En hoewel je bij innovaties moet durven proberen en jezelf moet toestaan om fouten te maken; vergeet toch je gezond verstand niet.

Innoveren moet je proberen

Innovaties hoeven trouwens niet altijd technisch te zijn, het kan ook gaan om bijvoorbeeld innovatie van diensten in de zorg. Dat daar subsidies voor zijn is heel gaaf omdat het organisaties stimuleert om niet alleen in de waan van de dag te leven, maar ook vooruit te kijken naar een duurzame toekomst voor hun eigen sector. Als zij die niet geheel zelf hoeven te financieren, is de drempel lager om een project op te starten om innovaties te onderzoeken. Bijvoorbeeld met een haalbaarheidsonderzoek, waarvoor je subsidie kunt krijgen. Maar ook het demonstreren en testen van een product of dienst kost geld en ook daar kun je ondersteuning bij krijgen

Meer innovatiekracht door subsidies

Het doel van de subsidies is om het noorden innovatiever en sterker te maken. Daarbij is de strategie gevat in de zogenaamde ‘RIS3’ (ja, die afkorting mag je vergeten). Hierin worden vier transities benoemd die de brede welvaart onder druk zetten:
– van een lineaire naar een circulaire economie
– van fossiele naar hernieuwbare energie
– van zorg naar (positieve) gezondheid
– van analoog naar digitaal

‘Van analoog naar digitaal’ is daarnaast ook een doorsnijdend thema, samen met de thema’s ‘human capital’, ‘ondernemerschap’, ‘interregionalisering’ en ‘digitalisering’.

Innovatief project opzetten

Hadden we al gezegd dat je dit als een serieus project moet aanvliegen? Hier geldt ten eerste dat je aan de voorkant veel tijd in de structuur en veldonderzoek kunt stoppen zodat de energie en informatie daarna vrij kan vloeien: met vernieuwende ideeën.

Ten tweede investeer je in projectcommunicatie. Niet door eindeloos te overleggen, maar wel door alle informatie een gebeurtenissen transparant en inzichtelijk te maken.

Het belangrijkste: kennis delen. Probeer niet alleen te werken. Natuurlijk vertraagt samenwerken met andere organisaties aan het begin van een project. Maar als er bij jou een zaadje geplant wordt, en anderen hebben dat wat er nodig is om het tot bloei te brengen, waarom zou je het dan zelf proberen?

Als het goed is heb je een serieus team met stakeholders en een helder beeld van wie welke kennis wanneer inbrengt. Denk daarbij groter dan je eigen bedrijf.

Innoveren kan dus als je start met een blanco bladzijde, de juiste relaties bouwt en samen een heldere missie hebt.

Technische ontwikkeling volgens 9 levels

Bij de ontwikkeling van innovaties in de techniek zijn er 9 levels van technische gereedheid.
Je vindt ze op de website van Samenwerkingsverband Noord-Nederland. Zij zijn belangenbehartiger voor Groningen, Friesland en Drenthe én subsidieverstrekker. Dat betekent dat zij innovaties stimuleren, onder andere door geld beschikbaar te stellen in verschillende fases van innovaties. Je kunt deze 9 levels ook gebruiken om je plan uit te stippelen.

Op welk level past jouw plan? Nieuwsgierig hoe je je project (financieel) sterker kunt maken? Bel of mail gerust.

Sociale innovatie (met praktijkvoorbeelden)

Sociale innovatie is de ontwikkeling van mensen en groepen mensen. Sociale innovatie wordt veelal gelinkt aan technologische ontwikkeling. Want als technologische ontwikkeling een vlucht neemt, groeit ook de behoefte aan sociale innovatie; als mensen niet meegroeien, stokt de technische innovatie uiteindelijk bij het implementeren en toepassen van de technologische ontwikkelingen. [Wikipedia]

Hier maken we onderscheid tussen sociale innovatie binnen organisatie en in de maatschappij. Binnen organisaties is sociale innovatie meer gericht op de ontwikkeling van menskracht. Terwijl in de maatschappij met sociale innovatie verwezen wordt naar samenwerking met meerdere partijen ten behoeve van een gemeenschappelijk maatschappelijk doel.

Sociale innovatie binnen organisaties

Sociale innovatie is een vorm van modern werkgeverschap en richt zich vooral op vernieuwende manieren van organiseren, leidinggeven/managen en (samen)werken.

Nieuwe technologie vraagt om nieuwe organisatie:

  • meer wendbare organisatievormen (zoals zelforganisatie),
  • een lange termijn visie op ontwikkelen (een leven lang leren),
  • nieuwe vormen van leiderschap,
  • en langdurig en vitale inzetbaarheid van medewerkers.

Met sociale innovatie in organisaties leg je dus meer verantwoordelijkheid bij de medewerkers neer, daar waar ook de kennis en kunde zit. Functies worden dynamischer omdat de talenten en kennis van medewerkers specifieker ingezet wordt. Het vraagt ook om meer communicatie en ‘korte lijnen’ en dus om een minder controlerende en beslissende houding van leidinggevenden. Binnen zelforganisatie betekent leidinggeven zelfs leidinggeven aan je eigen rol(len) (eigenaarschap) ten behoeve van een gezamenlijk doel. Dat doe je in samenwerking met andere rollen, maar ook stakeholders buiten je eigen organisatie zoals klanten (co-creatie). Zo zet je de verschillende kennis en ervaring in en integreer je de verschillende soorten ervaringen en kennis.

Voorbeeld in organisatie | Holacracy bij Voys

Een wendbare organisatievorm waarin leiderschap van iedereen is.

sociale innovatie organisatievorm

Voorbeeld in organisaties | Een leven lang leren – subsidie

Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid motiveert werkgevers om leren en ontwikkelen van medewerkers te stimuleren. Zij hebben geld beschikbaar gesteld voor het realiseren van de voorwaarden om tot scholing en ontwikkeling te komen. Hoe je zo’n ontwikkeling stap voor stap in gang zet lees je in het digitale e-book ‘zelf levendige HR-processen maken‘.

sociale innovatie organisatievorm

Voorbeelden vormen van sociale innovatie in organisaties

  • organisaties waarin medewerkers gelijktijdig hun eigen werkgever zijn;
  • organisaties waarin medewerkers in zelforganiserende / zelfsturende teams werken;
  • campussen en bedrijfsverzamelgebouwen (‘broedplaatsen’) waarin medewerkers van verschillende organisaties elkaar treffen en over organisatiegrenzen heen producten/diensten ontwikkelen.

Sociale innovatie in de maatschappij

Sociale innovatie heeft niet altijd betrekking op het sociale domein. De principes van korte lijnen, dynamischere functies en meer eigenaarschap en het hebben van een gezamenlijk doel voor meerdere disciplines werkt ook voor nieuwe verhoudingen tussen burger, markt en overheid. Samen worden die drie uitgedaagd om na te denken over complexe vraagstukken in de maatschappij. Complexe vraagstukken roepen vaak grote meningsverschillen op. De kunst is om die meningsverschillen goed te integreren en te zorgen dat de informatie gedeeld en – vooral – gehoord wordt. Het heen en weer roepen van meningen, leidt tot polarisatie in plaats van integratie (lees ook het hoofdstuk over vechtenergie in Leve het team).

Voorbeeld in de maatschappij | Burgerberaad

Bij een burgerberaad helpt een groep van burgers politici bij het nemen van beslissingen over complexe onderwerpen. Zij komen tot aanbevelingen, die overgenomen kunnen worden door politici. Een rijke aanvulling dus op het democratisch stelsel.

burgerberaad

Voorbeeld in de maatschappij | Into d’mentia

Kennisdeling over dementie door een hub en onderzoek naar het toepassen van interacties met VR-brillen.

sociale innovatie kennisdeling

Andere voorbeelden vormen van sociale innovatie in de maatschappij

  • coöperaties waarin zelfstandigen of burgers samenwerken en producten en/of diensten ontwikkelen;
  • samenwerkingsverbanden van organisaties (bedrijven, overheden, scholen, NGO’s e.a.) die samen een product of dienst ontwikkelen, uitgaande van gedeeld maatschappelijk doel.

Toetsvragen sociale innovatie

Zijn het inkoppertjes of is er werk aan de winkel?

Hoe hoog (op een schaal van 1-10) scoort jouw organisatie op:

Samenwerking in een ecosysteem: werk je veel samen met kennisinstituten, andere partijen in de keten of zelfs concurrenten?

Co-creatie: ontwikkel je producten en diensten samen met gebruikers en andere stakeholders?

Communicatie: hoe wordt een verscheidenheid aan kennis en ervaring benut?

Contextbewustzijn: hoe draagt jouw organisatie bij aan de grotere context, zoals de maatschappij? En aan de kleinere context, zoals medewerkers?

Wat is er nodig om er een 10 van te maken?

Case study: Projectmanagement ‘Goed Starten’ ontwikkeling nieuw inwerktraject

Een nieuw proces zoals een nieuw inwerktraject hebben impact op ieder persoon in de organisatie en op de organisatie als geheel. De impact van zo’n proces is zichtbaar en voelbaar. Het moet dus ‘eigen’ voelen en net vernieuwend genoeg zijn om ook ontwikkeling in gang te zetten. Projectmanagement doe je dus nooit alleen. Als het doel is om een proces te ontwikkelen, dan doe je dat met de mensen uit de organisatie zelf. In deze case study laat ik je zien hoe Goed Starten tot leven kwam.

Projectkenmerken

Organisatie: Zonnehuisgroep Noord
Wat de organisatie doet: Zonnehuisgroep Noord biedt zorg, specialistische behandeling en begeleiding aan mensen thuis of bij een locatie in de provincie Groningen.
Aantal medewerkers: 1700 en honderden vrijwilligers
Opdracht: volledig ontwikkelen van een inwerktraject, dat past bij het boeien en binden van medewerkers. Het traject moedigt eigenaarschap en een actieve houding aan van nieuwe collega’s.
Afgesproken eindresultaat: een proces dat in de basis uitvoerbaar is met een plan dat geleefd en geaccepteerd wordt en continu verbeterd kan worden.
Wie: Ellen de Jong en ikzelf (Paula Nordhauzen)
Opdrachtgever: Jacqueline Baart namens de stuurgroep Boeien en Binden
Startdatum: juni 2021

Projectfase 1 ‘Blauwdruk’

Om te onderzoeken hoe het nu is, hoe het zou kunnen zijn en wat de randvoorwaarden zijn is een goed begin het halve werk. Daarom hebben we veel tijd en energie in de eerste fase gestoken waarin we vooral informatie wilden verzamelen. Daarbij haalden we niet alleen informatie op, we lieten ook zien dat naar de medewerkers geluisterd wordt en zij impact hebben op processen in de organisatie.

Het project noemden we al snel ‘Goed Starten’ en zo begonnen we het ook te positioneren binnen de organisatie terwijl we dus ondertussen kwalitatieve en kwantitatieve informatie verzamelden.

Naast bureauonderzoek spraken we dus met meer dan 80 mensen binnen de organisatie van alle afdelingen, alle lagen en ook cliënten, OR en Cliëntenraad. Een heel breed proces met als doel dat we zoveel informatie verzamelden.

Uit bureauonderzoek volgt veel informatie over de context (ontwikkelingen in de zorg, impact van COVID19 etc), andere projecten die binnen de organisatie lopen, de historie etc.

projectmanagement vragenlijst

De oplossingsrichting

Met al deze informatie konden we aan het einde van deze fase een oplossingsrichting kiezen; een inhoudelijk kader met randvoorwaarden, ambities en een rolverdeling.

Behulpzaam in deze fase is om perspectieven van alle stakeholders te formuleren. Daarin vertel je zichtbaar welk probleem de oplossingsrichting oplost, hoe het anders is dan de huidige situatie en welke meerwaarde het heeft. In dit geval gaat het om het perspectief van de nieuwe collega, de organisatie, de clustermanager en de inwerkende collega (buddy).

Daarbij is het van belang om een visie te hebben. We omschreven het ideale startproces, filterden de ontwerpprincipes, niveaus en uitgangspunten.

projectmanagement kaders

Projectfase 2 ‘Storyboard’

Aan het einde van de tweede projectfase wilden we het hele proces knip en klaar op één pagina, ‘het storyboard’.

In deze fase wordt het dus concreter. En juist daarom wilden we aansluiten bij de praktijk. We organiseerden meedenktanksessies. Iedereen uit de hele organisatie, die zich betrokken voelde bij het onderwerp kon meepraten en praktijkervaring inbrengen (co-creatie). Door mee te denken creëerden we eigenaarschap en draagvlak binnen de organisatie. De meedenktanksessies waren een groot succes en het enthousiasme werkte lang door.

projectmanagement meedenktanksessies

Projectgroep

In deze fase zijn we ook gestart met de projectgroep. Deze groep, bestaande uit medewerkers die vanuit hun functie te maken hadden met Goed Starten, komt regelmatig samen. Zij worden uiteindelijk de eigenaar van het project als wij – als externen – de deur uitlopen. Zoals Stephen Covey zegt ‘begin met het eind in gedachten’. Wij willen uiteraard niet dat het plan in een la beland, maar juist heel praktisch en implementeerbaar is.

Ook hier willen we in een vroeg stadium, een betrokken club mensen die ook hun ervaring en specialisme inbrengen. Zij waren een goede benchmark bij het nemen van beslissingen en hielpen met het maken van de vertaalslag naar de rest van de organisatie.

Met de projectgroep erbij werd het plan steeds scherper. Bovendien hadden we nu de mankracht (vrouwkracht) om eerste experimenten te doen. Al snel kregen nieuwe collega’s nog voor hun eerste werkdag een kaartje in de brievenbus. Een van de kleinste doch meest gewaardeerde stappen in het traject. Er werd geoefend met het inzetten van buddy’s en een online centrale bijeenkomst. De projectgroep ontdekte zo al snel waar de zwakke punten zaten en welke managers ze nodig hadden om het echt van de grond te gaan krijgen.

Aan het einde van deze projectfase hadden we een storyboard, dat voor iedereen begrijpelijk was.

Projectfase 3 ’Bouwen’

Deze fase gaat over de eerste stappen bij het implementeren. Dit zijn roerige tijden omdat een nieuw proces gaat om gedragsverandering. Hoezeer iedereen in de organisatie, de doelen ook toejuicht, zodra het voelbaar wordt, wordt het spannend. Dit is waarom je als extern projectteam het doorzettingsvermogen moet laten zien en steeds de lange termijn in gedachten houden. Ondertussen zijn het de mensen in de organisatie zelf, het projectteam, de clustermanagers en managementteam die samen de eerste stappen zetten.

Belangrijk is dat iedereen weet welke stappen er in het proces zitten en welke stappen je als eerste gaat uitvoeren. Daarom maakten we een procesplaat met daarop alle instrumenten en zorgden we dat voor de komende drie jaar Goed Starten ook in de begroting opgenomen was. Een procesplaat geeft aan wie welke stap van het proces wanneer zet en welke instrumenten daarvoor nodig zijn.

In deze fase zorgden we onder andere voor:

– Werksessies met betrokken rollen
– Eerste proefrondes en feedback verwerken
– Verhalen schrijven en delen met medewerkers
– Procesplaat maken
– Projectgroep leren omgaan met als het moeilijk wordt (tbv borging)

Dé succesfactor bij projectmanagement

In al deze fases communiceer je je suf. Laat zien wat je doet en zorg dat dat tweerichtingsverkeer is. Sta open voor input. Je mag ambitieus zijn; sterker nog als je impact wilt hebben, moet je ook lef hebben. Maar door steeds te communiceren met de mensen op de werkvloer en managers, krijg je wel zicht op hoe je die ambities in de praktijk kunt brengen zonder dat iedereen afhaakt.

projectmanagement ambassadeurs

projectmanagement ambassadeurs

Een project heeft geen gezicht, de projecteigenaren wel

Ellen en ik zorgden er ook voor dat we zelf zichtbaar waren. Want wie gevonden wil worden, moet zichtbaar zijn. Zo sloten we regelmatig aan bij overleggen, maakten een videoverslag van meedenktanksessies en plaatsten updates op het intranet. Iedereen mocht ons benaderen dus met vrolijke foto’s en veel beeldmateriaal zorgden we voor herkenbaarheid van het project en van onszelf.

projectmanagement ambassadeurs

Een paar maanden later

Het proces is geïntroduceerd in de organisatie, in een kleine haalbare versie. De projectgroep komt nog steeds met goede moed structureel bij elkaar. Door interne ontwikkelingen is de planning vertraagd, maar de stappen voorwaarts worden wel gezet en liggen zeker niet te stoffen in een bureaula.